Jeugdzorg Ter Elst
check onze Facebook
  • home
  • missie, visie, waarden
    • visie op zorg >
      • zorgplan
      • Individuele begeleiding
      • netwerkbegeleiding
      • schoolbegeleiding
      • individuele en groepstherapie
    • visie op werken
    • visie op milieu
    • Kwaliteitshandboek
  • zorg
    • erkenning & doelgroep
    • werking
    • hoe aanmelden
    • documenten & publicaties...
  • MDT
  • werken bij JTE
    • vacatures
    • stages
    • vrijwilligers
  • omgeving, organisatie
    • MVO
    • beeldkwaliteit
    • eco-voetafdruk
    • kunst-for-kids
  • giften & sponsoring
  • contact
    • ligging
    • contactformulier
  • Uitslag SInterklaasloop + foto's
  • Jaarverslag

Individuele begeleiding

Individuele begeleiding vanuit de unitcontext.

 We omschrijven onze doelgroep als kinderen en jongeren met gedrag en emotionele problemen met vaak een bijkomende licht mentale handicap en/of ASS-problematiek.  Vaak hebben zij moeite met autoriteit, moeite met leeftijdsgenoten, leermoeilijkheden, moeite met regels.  Door omstandigheden die van kind tot kind verschillen, verloopt hun ontwikkeling tot sociaal competente volwassene verstoord.  Het begrijpen van mensen en gebeurtenissen in hun omgeving, hun motivatie om onaangename omstandigheden te veranderen en hun vertrouwen in de volwassenen heeft een ferme deuk gekregen.  Ze zien meestal niet in dat hun gedrag anderen van de wijs brengt.  Hun gevoelens nemen de bovenhand en vertroebelen hun kijk.  Vaak verergeren ze de zaken door zich impulsief, defensief en destructief te gedragen of trekken ze zich terug in sociaal isolement en vinden dan nog moeilijk aansluiting bij het dagelijks leven.  Frustraties en ontgoochelingen overspoelen hen, vertroebelen hun kijk op goedlopende zaken.  Vanuit hun gevoelens van benadeling ervaren ze de om-wereld als vijandig

 Doorheen het orthopedagogisch handelen ontwikkelt de begeleider een professionele alliantie met de jongeren.  Hij gaat op een specifieke wijze met de kinderen om: het handelen van de begeleider is gericht op het kind-in-zijn-context: een veld van relaties, perspectieven, ordeningen en normen. 

In een normale sociale en emotionele ontwikkeling van jongeren nemen de volwassenen naargelang de verschillende leeftijden verschillende rollen op.  Van behoeftebevrediger over motivator, gedragssturend en rolmodel naar vertrouwenspersoon.  Voor onze doelgroep zal het belangrijk zijn dat de begeleider detecteert in welke fase van ontwikkeling de jongere zich bevindt.  Bepaalde jongeren zullen behoefte hebben aan een volwassene die bezorgd is en hen controleert en stuurt.  Andere jongeren hebben een minder zichtbare, minder centrale volwassene nodig zodat ze hun onafhankelijkheid en persoonlijke verantwoordelijkheid verder kunnen uitbouwen.  Vanuit die rol zal de begeleider het jongerengedrag beïnvloeden via motivatie, relatie, gedeelde vaardigheden en realiteitsgevolgen.

Onze kennis van en het kundig omgaan met de systemische benadering van het bio-psycho-sociaal model, het decreet rechtspositie van de minderjarige, de LSCI-methodiek, met conflicthantering en teamcoaching zullen deze basishouding blijvend voeden.

 In de unit werken de begeleiders voornamelijk via de dimensie ‘dagelijks leven’.  Deze dimensie vertegenwoordigt niet alleen de letterlijke organisatie van dit dagelijks leven, ze omvat ook dat men het materiaal dat het dagelijks leven biedt, benut om op een gerichte manier de ontwikkeling van kinderen en jongeren te ondersteunen.

Dit dagelijks leven ontrolt zich binnen de muren van het unitgebouw -de unit als ruimtelijk kader, als samenlevingsvorm en als setting voor het gedifferentieerd orthopedagogisch handelen- maar evenzeer erbuiten –de school, pedagoische begeleiding aan huis.  Bovendien wandelt het buiten regelmatig naar binnen -de ouders, de bredere systemen, de leerkrachten, de verwijzers.  De unit als ontmoetingsplaats en als vertrekpunt van ontmoetingen tussen de begeleider en de verschillende contexten van de jongere.

Als deskundige van het dagelijkse leven staat de begeleider als geen ander in intensieve interactie met de hulpvragers in hun onmiddellijke leefomgeving.  In de begeleiding van dit dagelijks leven staan wederzijdse beïnvloedingsprocessen centraal.  Dit betekent dat het kind  via positieve ervaringen kan leren, eigen invloed en die van anderen leert zien en een eigen plaats, identiteit en bestaansrecht kan krijgen tegenover zichzelf en de anderen.  Door het structureren van de omgeving en door het gedrag van de jongere te stimuleren/begrenzen, biedt de begeleider de jongere een forum aan waar sociale processen op gang kunnen komen en leermomenten kunnen plaats vinden.  De jongere kan explorerend besef van eigen invloed, handelen en positie verwerven.

 

De unit als ruimtelijk kader:
Het uitbouwen van de ruimtelijke omgeving in zijn geheel en in zijn delen betekent een belangrijke factor in de beïnvloeding van opvoedingsprocessen: enerzijds een sfeervolle en gezellige leefomgeving, anderzijds een herkenbare en gestructureerde leeromgeving.

Netheid en hygiëne, ruimte en mogelijkheden voor dagelijkse activiteiten, voor spel en creativiteit (speelruimte, tuin, keuken, ...) richten zich op individuele en op groepsdoelen.  Privacy voor de jongere is een belangrijk aandachtspunt.

De inrichting en de zorg voor deze ruimten zijn afgestemd op de opgenomen groep met hun specifieke problematieken.


De unit als samenlevingsvorm.
De pedagogische visie vertrekt vanuit het maatschappelijk kader; hoe onze cultuur verwacht dat mensen samen leven, samen spelen, eten en zorgen voor elkaar.

Begeleiders maken het samenleven op een specifieke manier leefbaar en werkbaar.  Voor de bewoners, ouders en verwijzers krijgt deze leefvorm doorheen het dagelijks leven een duidelijk en doorzichtig karakter.  Voor de jongeren betekent dit dat een aantal blijvende gewoonten, afspraken en leefregels een houvast geven en de nodige duidelijkheid, veiligheid en voorspelbaarheid bieden.

Regels en afspraken zijn pas duidelijk wanneer ze voor de jongeren duidelijk zijn.

De begeleiderd bouwt een relatie uit via geruststellen, troosten, luisteren, affectie geven, samen spelen, grenzen stellen, …  Hij laat de jongere aanvoelen dat problemen en moeilijkheden bespreekbaar zijn.

Vanuit de veiligheid die deze relatie biedt, krijgen de dagelijkse verzorgingshandelingen en rituelen een betekenis.  Deze zorg raakt het eigene van de persoon-in-wording met zijn eigen lichaamsbesef en -beleving, zijn relationele seksuele ontwikkeling.

De organisatie van het leefgroep/unitsysteem vormt de basis voor het gedifferentieerd orthopedagogisch handelen.


De unit als setting voor het gedifferentieerd orthopedagogisch handelen:
Met het zorgplan als leidraad, in samenwerking met het multidisciplinaire team en in samenspraak de jongere en met de netwerkpartners tekenen de begeleiders een individueel traject uit voor de jongere gebaseerd op de krachten, de lasten en de noden.

De begeleider toetst hypothesen door aanvullende informatie te verzamelen via gerichte observaties en interventies.
  • -een ondersteunend gesprek, rekening houdend met het ontwikkelingspeil van de jongere,
  • het bespreekbaar maken van gevoelens,
  • samen met de jongere reflecteren,
  • specifiek handelen bij probleemgedrag: opstellen van een gedragsprogramma, sanctioneren, tijdelijk verwijderen,
  • gedragsalternatieven aanbieden,
  • aanspreken van het probleemoplossend vermogen van de jongere, 
  • ingrijpen bij conflict en regelovertreding,
  • uitproberen van een bepaalde aanpak,
  • zelf model staan in sociale leerprocessen,
  • preventief handelen,
  • wijzigen van de omgevingsinvloeden.

Binnen het dagelijks leven neemt de vrije tijd heel veel ruimte in.  Binnen de vrije tijd van de jongere bevindt zich een groot gedeelte van de werktijd van de begeleider.  Hij krijgt tijdens deze momenten een berg informatie aangereikt: op welke manier gaat de jongere om met ‘dooie’ momenten, op welke manier verloopt het sociaal verkeer, hoe gaat de jongere om met materiaal, met personen, met ruimte, met tijd, met de buitenwereld.

Veel begeleiding, spelbegeleiding, ontwikkelingsbegeleiding ontstaat spontaan doorheen de bezigheden van en de interacties tussen jongeren en begeleiders.  Daarnaast staan de georganiseerde activiteiten: uitstappen, begeleide spelmomenten, leefgroepskampen, de vrijetijdsbesteding buiten het centrum. 

Ook tijdens de begeleiding van een activiteit die jongeren uit verschillende units samenbrengt, coacht de begeleider de jongere binnen de afspraken van het individuele zorgplan.  De aldaar verkregen informatie brengt hij in communicatie met de collega’s van de respectievelijke units.

De unit als ontmoetingsplaats van de begeleider met de contexten van de jongere:

Ouderoverleg
De leefgroep en de thuissituatie van de jongere zijn verschillende subsystemen in een ruimer netwerk.  Het ouderoverleg vormt hierin een scharniermoment: de verschillende contexten komen letterlijk met elkaar in aanraking.  Er vindt contact plaats tussen verschillende kijkwijzen, perspectieven, waarden- en normenpatronen.  Deze vorm van overleg kan een forum zijn voor de opvang en ondersteuning van ouders in het kader van de opbouw en het versterken van een goede samenwerking.  De inhoud kan zeer uiteenlopend zijn met betrekking tot het geven van informatie in verband met de evolutie binnen de twee systemen.  Maar het gaat over méér dan over de inhoud, het is méér dan een overdracht van informatie.  Het is een gelegenheid om stil te staan bij betekenissen.
 

Pedagogische begeleiding aan huis
Deze methodiek waarbij de begeleider op bezoek gaat bij de jongere thuis, biedt de mogelijkheid om:
  • -het zorgplan nauwer te laten aansluiten bij het alledaagse gezinsleven en het tegelijkertijd concreter te maken,
  • -voortdurend nieuwe observatiegegevens te verzamelen om het zorgplan te verfijnen,
  • -pedagogische advies in verband met concrete situaties aan te bieden, 
  • -het partnerschap tussen ouders en begeleiders met betrekking tot het opvoedingsproces hechter te maken

School
Hiervoor verwijzen we naar schoolbegeleiding.

Intake en opname:
De begeleider is betrokken bij het proces dat aan de opname voorafgaat en bij de opname zelf.  Tijdens het intake- en opnamegesprek vertegenwoordigt hij het pedagogisch systeem waarbinnen de jongere zal opgenomen worden.  De openheid waarmee de cliënten vragen kunnen stellen over de aanpak en de begeleiding van de jongere bepaalt in grote mate de relatie tussen de ouders (en bredere systemen) en de begeleider.  Hier ligt de basis voor verdere samenwerking vanuit wederzijds respect.
 
Oudergesprekken:
Op geregelde tijdstippen komen ouders op oudergesprek.  Deelname van begeleiders aan oudergesprekken hebben een specifieke doelstelling die kadert in de samenwerking tussen degenen die met de opvoeding van het kind bezig zijn. 
Tijdens deze contacten, geleid door de netwerkbegeleider staat het dagelijks leven van de jongere in zijn verschillende contexten centraal. 

De verwijzer
De begeleider is aanwezig bij de netwerkintake en bij andere overlegmomenten met de verwijzende instantie.  Tijdens deze bijeenkomsten schetst de begeleider de evolutie en stand van zaken vanuit zijn discipline en brengt hij mee, indien nodig, een onderbouwd advies naar voor.

Jeugdzorg Ter Elst v.z.w. - Zandstraat 10, 2570 Duffel - tel. 015/30.75.75 - fax: 015/30.75.85 - email
​
Ondernemingsnummer: 412.959.484  RPR Rechtbank Mechelen